marianne-in-azie.reismee.nl

Kokokoooooookokoriko

Vandaag toch maar even het resort ontvlucht voor een tochtje met de tuktuk. Ik had op Tripadvisor gezien dat er in de buurt een kokosnoten plantage was met uitleg over alles wat met de vrucht te maken heeft. Nou leek me wel een leuk intermezzo. Na 10 minuten kwam ik bij een vervallen hek, met een vervallen scheefgezakte receptie waar ik een kaartje moest kopen. (€0,50) Behalve de kaartjesmevrouw was er niemand te bekennen. Ik dacht echt dat er niks te beleven zou zijn. Ik vroeg of er misschien een plattegrondje was of zo, maar de mevrouw verstond geen Engels. Ik gebaarde met mijn handen in de lucht en een vragende blik waar ik naartoe moest. Toen ging er een lichtje branden en pakte ze haar mobile en begon druk te praten. Daarna werd het stil en stonden we elkaar een beetje aan te staren. Na een tijdje kwam er een hinkende jongen met zo’n lief aandoenlijk gezicht dat ik hem meteen wel had willen opvreten! Dat was de gids, maar ook die sprak geen woord Engels. Maar ja, ik ben wel wat gewend door al dat reizen, dus met handen en voeten vond er toch enige communicatie plaats. We liepen tussen de kokospalmen door naar een plek waar de noten werden bewerkt. Misschien wel leuk om te weten dat het woord kokos van het Portugese coco komt, wat aap betekent. Bovenaan de noot zitten drie weke plekken waardoor nieuwe spruiten naar buiten komen en die plekken lijken precies op een apengezicht. En het synoniem voor kokos is ook wel klapper. Dat komt van het Maleisische kelapa.

Werkelijk alles van de palm wordt gebruikt. Natuurlijk de nogen voor de melk en het vruchtvlees. Dat is om zo te eten, maar hier lag het keurig in stukjes gehakt in de zon te drogen, waarna er daarna olie van wordt geperst. De vezels om de noot worden gebruikt voor touw, bezems en kokosmatten. Er stonden een paar fietswielen waaraan de vezels werden bevestigd. Iemand draaide aan de trappers en dan werden de vezels als het ware tot een draad gesponnen. Ook was er een schuurschijf waarbij het harige gedeelte van de noot af werd geschaafd. Daarna houd je een prachtig glimmende bast over waar ze dan allerlei leuke voorwerpen van kunnen maken. Een gedeelte van de bast wordt vermalen tot compost. Al met al was het heel leuk om dit allemaal in werking te zien. Op de terugweg deed mijn gids ineens zijn broekspijp omhoog! Ik schrok me rot, want ik keek ineens tegen een kunstbeen aan! En daarna toonde hij mij twee behoorlijk verminkte armen! Brommerongeluk! Nou ja, dat had hij voor mij allemaal niet hoeven doen, ik zou hem toch wel een fooitje geven. Wat mij hier zo opvalt is dat bij alles wat de mensen voor je doen ze meteen beginnen te stralen. Je krijgt steeds het gevoel dat je de enige op aarde bent waarvoor ze zich zo inzetten. Ik had vreselijke trek in koffie, dus toen ik weer bij de tuktuk was (ja ja ze wachten op je!) zei ik dat tegen de bestuurder. Nou hij wist wel een plekje. Wij tuffen en tuffen. Ik had geen idee waar ik terecht zou komen. Na allerlei weggetjes en paadjes over gehobbeld te zijn kwamen we bij een hek. Hij toeterde en het hek ging open. Hij tufte de binnenplaats op en ik kwam op een paradijselijk plekje terecht. Een huis met een veranda met leuke zitjes. Het bleek Abi Holiday Inn te zijn. Een klein guesthouse met 5 kamers. Ik moest gaan zitten en kreeg na een tijdje iets wat op koffie leek. Het was warm en nat en lekker, maar het smaakte totaal niet naar koffie. 3 dames keken vol verwachting toe of ik het lekker zou vinden. Nou dat vond ik natuurlijk. Het bleek een brouwsel van gember, koriander en nog zo wat van dat spul. De dames spraken Engels en waren alle drie voorzien van een hypermoderne mobile. Het guesthouse staat ook op Booking.com en op FB!

Ze vertelden dat ze vijf jaar geleden helemaal opnieuw zijn begonnen, nadat de oorlog en de tsunami alles wat ze bezaten hadden vernield. Ze hadden een guesthouse aan zee, maar de schrik zat er nog zo in dat je nu maar een stukje landinwaarts zijn gegaan.

Er is nu wel een tsunami waarschuwingssysteem hier aan de kust en je ziet overal borden met evacuatie erop.

Met dikke zoenen werd afscheid genomen, nadat ik hen had beloofd om flink reclame voor hun guesthouse te zullen maken. Bij deze!

Nu ben ik weer verder gegaan met luieren, maar morgen is het weer tijd voor aktie!!!!!!





Super de luxe

Als jullie me nu zouden kunnen zien: ligbed aan de golven bij de Indische Oceaan, hagelwit zand, zachtjes wiegende palmen, pilsje in de hand en nog 1 hand over om dit verhaal te typen.

Ik ben gisteravond in dit luxe resort aangekomen!!! Helemaal niks voor mij zo’n “ je hoeft maar te kikken of het gebeurt walhallah”, maar ik vond van me zelf dat ik dit stukje Sri Lanka ook moest ervaren. En eerlijk gezegd is het wel even heerlijk na zo’n intensieve week. Nu wórdt er even voor me gezorgd i.p.v. dat ik overal zelf achteraan moet.

Het was gisteren wel weer een onvergetelijke dag. Ik ben met de bus naar het oosten van het eiland gereisd. Eerst naar de stad Trincomalee. Ik schrijf dat nu wel zo even op, maar het is best een hele klus om uit te zoeken hoe je van A naar B moet komen. In de hotels zijn ze erg behulpzaam, als ik ze om advies vraag. Meestal moet ik met een tuk tuk naar het busstation. Daar aangekomen staan er ongeveer 45 bussen, die zich over het hele eiland verspreiden en het krioelt er van de mensen, die grote tassen, pakken en manden meetorsen. Dat moet allemaal mee in de bus. Ik heb dan geen idee in welke bus ik moet, want alles staat alleen maar in het Singalees geschreven. Eerst moet ik dan nog aan een kaartje zien te komen. Ik ben toch steeds wel een bezienswaardigheid, want ik ben tot nu toe nog geen enkele buitenlander in de bus tegengekomen. Maar geen nood, alle mensen willen me met plezier helpen. In het Engels of in het Koeterwaals vragen ze waar ik naartoe wil en waar ik vandaan kom. Bij het horen van het woord “Nederland” zie je ze denken: “nooit van gehoord!” Vroeger hielp het nog wel eens om “Ajax” te zeggen, maar daar hoef je nu ook niet meer mee aan te komen! Bovendien is dit helemaal geen voetballand. Volleybal is hier de belangrijkste sport en daarna cricket. Na ongeveer 3 uur hobbelen ben ik uiteindelijk toch in Trincomalee aangekomen. Ik wilde daar naar toe omdat er een Nederlands fort is en een heel mooie Hindoetempel, voorzover je Hindoetempels mooi kunt vinden. Het is moeilijk voor te stellen dat de totale kustlijn van Sri Lanka ruim 150 jaar in handen is geweest van de V.O.C. Die hebben op hun beurt de Portugezen verdreven. Sri Lanka was een belangrijke handelspost voor kruiden vooral kaneel, parels en olifanten voor het ivoor. De Portugezen hebben hier alleen maar geplunderd, maar de Nederlanders hebben veel kanalen aangelegd voor het vervoer van de goederen. Nu nog zijn er veel Nederlandse woorden in het Singalees te vinden en ook veel straten hebben nog een Nederlandse naam. Het Fort Frederick is nu in gebruik bij het Sri Lankaanse leger. Het fort is gebouwd met materialen van de hindoetempel, die in de rotsen was uitgehakt. Ze hebben die tempel grotendeels gesloopt om aan die materialen te komen. De tempel is inmiddels weer opgebouwd. Vooral de ligging is fantastisch. Bovenop een rots met beneden een azuurblauwe zee. Zo ingetogen als de Boeddhistische tempels zijn zo “kitscherig” lijken de hindoeïstische tempels. Met tientallen goden op de gevel, allemaal in van die zuurstokkleurtjes geschilderd. Voor elk onderdeeltje van het leven is er wel een god. Er zijn er duizenden! De belangrijkste is Brahma en daarna komt Shiva. Ook hier zijn weer heel veel rituelen te ontdekken. Ik zag iemand een plakje paraffine op een kokosnoot leggen. De paraffine werd met wierookstokjes in brand gestoken. De bast van de kokosnoot gaat dan een beetje schroeien. Dan doet de gelovige een wens. Hij gaat naar een steen, waarop hij de kokosnoot keihard laat vallen. Als de kokosnoot in twee stukken splijt, dan komt de wens uit. Terwijl ik daar was, heb ik niet één keer gezien dat de noot in twee delen uiteenspatte, dus dan komt de wens niet uit :-(

Ook zag ik een boom en een hek, die helemaal vol hingen met zelfgemaakte hiuten bedjes. Die zijn daar neergehangen door stellen die een kind verwachten of die een kind willen krijgen. Ze vragen dan om voorspoed aan Shiva. Later als een en ander gelukt is komen ze terug om Shiva te bedanken. Ze pakken dan zo’n bedje van het hek of van de boom en gooien dat dan naar beneden in de oceaan.

Nadat ik dat alles had bekeken moest ik weer op zoek naar vervoer naar mijn decadente overnachtingsplek in Pasikuda. Gelukkig ging er nog een bus en rond 23.00 uur was ik in het Calmresort. Het was hier 110% duurder dan inmijn andere logeeradressen: €38,00!!!!!!! Echt niet te geloven zo’n mooie en luxe plek voor zo weinig geld. Mijn kamer is een balzaal, mijn bed is een soort speelweide ( maar ja met wie?) , er is een geweldige doucheruimte met allemaal planten tegen de muur en van boven open en de oceaan voor de deur.

De tsunami heeft hier in 2004 ook enorm huisgehouden. Er zijn 35.000 mensen omgekomen. Het is een enorme klap geweest voor het toerisme, want eerst was er de oorlog met de Tamils en toen die tsunami. Alle resorts hier zijn na de tsunami gebouwd.

Dus nu maar even genieten van die luxe, alhoewel het nu alweer begint te kriebelen!



Rustige dag

Vandaag heb ik een rustige dag genomen, hoewel rustig????? Ik moest wel om 05.00 uur klaarstaan om Naar Wilpattu National Park te gaan. Er waren nog 3 mensen uit mijn hotel die erheen gingen. We werden opgehaald met een busje en na een uur rijden kwamen we bij het park. Daar stapten over in een open jeep. Dit park is het grootste van Sri Lanka. De zon kwam net op en het wemelde van de vogelgeluiden. Een prachtig gehoor al dat gekwetter, gesjilp door elkaar. Het was nog stervenskoud in die jeep, toen hij ging rijden. Dit park staat bekend om zijn apen, beren en luipaarden en die hoopten we natuurlijk te spotten. We reden op een smal pad met heel veel hobbels en kuilen, soms heel dicht begroeid zoals een echte jungle met veel bomen met open luchtwortels, die als een bos electriciteitsdraden om de bomen kronkelden, dan weer kwamen we in een savanne achtig gebied en ook veel prachtige meren vol waterlelies en watervogels. We hebben heel veel dieren gespot, waarvan de meesten ook op de Veluwe te zien zijn. Ik zag een rose ooievaar en die had ik nog nooit gezien. We hotseklotsten drie uur over die paden, maar helaas hebben de beren en de luipaarden zich niet laten zien. Ik vraag me af of die beesten ooit wél tevoorschijn komen of dat het gewoon een lokkertje is voor toeristen. Het was dus wel mooi, maar niet spectaculair. Nu ben ik ook wel een beetje verwend met safari tochten, waarbij we the big five hebben gezien zoals in Zuid Afrika en ook in Indonesië en Guatemala hebben we prachtige safari’s gedaan. Nou ja, helemaal beurs kwamen we weer in het hotel. Met een van de andere hotelgasten ben ik ‘smiddags nog naar de heiligste plek voor Boeddhisten geweest: Mihintale. Daar heeft een leerling van Boeddha voor het eerst de filosofie van Boeddha in Sri Lanka aan de mensen onderwezen. Zoals altijd zijn die heilige plaatsen op onmogelijke plekken. Ook hier weer, bovenop een enorm steile rots. Maak het wat toegankelijker zou je zeggen dan win je meer zieltjes. Het waren heel ruwe ongelijke trappen en......... je moest op blote voeten naar boven!!!!!!!! Ongeveer 800 treden!!!!!! Nou mijn net wat geheelde voeten liggen nu dus weer helemaal open!!! (ja,ja ik weet het: ik doe het mezelf allemaal aan ;-) )

Verder relaxen bij het zwembad en straks eten in de prachtige tuin van het hotel. Dan is deze dag ook weer voorbij, de dag waarop mijn lieve Jan alweer drie jaar geleden is gestorven. Ik voelde hem toch heel dicht bij me en oh wat zou hij weer genoten hebben van al het moois hier!

Morgen ga ik met de bus naar de oostkust van het eiland naar Trincomalee en Pasikuda.

Het avontuur begint!

Vanaf vandaag heb ik dus niks meer geboekt, dus ik moest aan de bak om te kijken hoe ik van Negombo naar Anuradhapura moest komen. Deze stad ligt landinwaarts en kngeveer 175 km van Negombo verwijderd. Het is de eerste hoofdstad van Sri Lanka geweest en is dat ook 1500 jaar gebleven. De stad staat op de Unesco werelderfgoedlijst. Er bleek een goede busverbinding te zijn. Het is 175 km. Maar de hoeveelheid kilometers zegt niet zo veel. Het is meer hoe snel je door kunt rijden. Er wordt hier links gereden en het was een 2 baans weg, dus ook met tuk tuks, en allerlei soorten vrachtwagentjes. Het is een drukte van belang op en langs de weg. Allemaal kraampjes met kokosnoten, bananen en heel veel ander fruit. Zo gauw als de bebouwing stopt rijd je door een weelderige jungle met heel veel kokospalmen en bananenbomen. De bus deed er drie uur over. Ik wilde naar het grootste Boeddhistische heiligdom in Sri Lanka. Bij het busstation wemelt het van de taxi’s. Ik heb er op goed geluk maar een genomen en ik bofte, want de chauffeur sprak goed Engels en wist heel veel te vertellen over het heiligdom. Hij zou wachten tot ik klaar was met mijn bezoek en mij dan naar het hotel brengen wat ik via booking.com had geboekt. Alle boeddhistische heiligdommen bestaan uit drie heilige plaatsen: de stupa, de Bodhiboom (een vijgenboom waaronder Buddha verlicht werd) en een gebedsruimte. Het was werkelijk indrukwekkend! Eigenlijk was het precies zoals in Thailand. Veel mensen, compleet in het wit gekleed en op blote voeten met in hun handen offerschaaltjes en bloemen en wierook om te offeren. Of je er nou in gelooft of niet, het is toch indrukwekkend. Op weg naar de stupa zie je allemaal stalletjes waar offerschaaltjes en lotusbloemen worden verkocht. Een prachtig kleurrijk gezicht. De stupa is een bolvormig of klokvormig gebouw, waar binnenin een relekwie ligt van Buddha of van een andere hoge geestelijke. Je kunt er niet in, maar er zitten honderden mensen op de grond te reciteren uit heilige boeken of uit hun hoofd. Je ruikt dus die heerlijke geuren van de bloemen en de wierook en je hoort dat zachte zingen van al die mensen. Echt heel mooi. In een nis stond een man. Ik dacht eerst dat het een standbeeld was, maar hij was echt. Een soort “living statue”. Bij hem stond een bordje dat je hem mocht fotograferen en filmen, maar het verzoek om niet met hem te praten. Hij staat daar onbeweeglijk van 15.00 uur tot 19.00 uur helemaal onbeweeglijk en elke dag. De gebedsruimte was overvol met allemaal biddende mensen voor een levensgroot kitscherig Boeddhabeeld. Bij de ingang stonden drie mensen te musiceren met een falset trompetje, dat geeft zo’n snerpend geluid en een paar trommels. Ik heb er een video van gemaakt. Ik ben benieuwd of ik die kan versturen. Ik ga het hierna proberen.

Daarna naar de allerallerheiligste plek: de Bodhiboom! Men zegt dat hij 2500 jaar oud is en dat hij is gegroeid uit een scheut van de boom waaronder Buddha is verlicht in India. Tja of het waar is????????

De taxichauffeur stond keurig te wachten tot ik weer bij de parkeerplaats was. Binnen een kwartier was ik toen in het hotel.

In de lobby ga ik dan kijken wat voor activiteiten er van hier uit te regelen vallen. Morgen wordt dat een wildsafari in een van de vele nationale parken. Het park van morgen staat bekend om zijn apen, beren en luipaarden. Ze kunnen natuurlijk geen garantie geven, maar goed we gaan het allemaal meemaken.

Het alleen reizen gaat me wel beter af dan toen in Griekenland. Alleen de avonden blijf ik moeilijk vinden, vooral het alleen eten vind ik maar niks. Ik ga nu slapen, want de jeep vertrekt morgenochtend om 05.00 uur!!!!!!!!!! (Ik dacht dat ik vakantie had!!!!!!!!)


Dag van contrasten

De contrasten gisteren en vandaag hadden niet groter kunnen zijn: van het keurig aangeharkte Dubai naar het op het oog chaotisch lijkende Sri Lanka!

Hoewel het in Dubai heerlijk warm was sloeg de hitte in Colombo me op de vliegtuigtrap tegemoet. Het was wel fijn dat het nog maar vier uur vliegen was van Dubai naar Colombo. De tussenstop in Dubai was in alle opzichten een gouden beslissing! Bij de douane in Colombo stond een massa mensen. Het duurde minstens drie kwartier om erdoor te kunnen. Ik landde om 16.30 uur en rond 18.00 uur was ik op weg naar mijn eerste overnachtingsadres in Negombo, gelegen aan de Indische Oceaan. Het was een half uur rijden. Het was enorm druk op de weg. Hier weer veel brommers, scooters, en vooral veel tuk-tuks, allemaal vervoermiddelen, die je in Dubai niet zag. Daar zag je alleen maar onafzienbare rijen auto’s, maar wel op 10! snelwegen (heen en terug). Verder heb ik niet veel kunnen zien, want het was al donker.

Vanochtend zag ik hoe mooi de overnachtingsplek was: direct op het strand! Een prachtig breed zandstrand met overal bont gekleurde vissersboten en grote netten waar visjes op lagen te drogen. Heerlijk met mijn geteisterde voetjes in het water. ‘s Middags en boottocht gemaakt over een kanaal, wat door de Nederlanders is gegraven. ( dat hebben die Nederlanders vast niet zelf gedaan!) Aan beide kanten van het kanaal zag je schitterende huizen liggen, verscholen in de weelderige begroeiing met van die mooie overstekende daken. Die eigenaren hoeven hier niet naar Intratuin voor een plantje of een struikje: alles is van nature aanwezig! Het kanaal kwam uit bij een lagune, die eindigde in de oceaan. We zijn toen door die lagune heen gevaren. Er waren mooie vogels te zien. Halverwege werd gestopt. We kregen een cocktail. Er was geen barretje, maar alle ingrediënten waren op de boot meegenomen: Arak, de nationale drank met 33% alcohol, mixed fruit drank, sprite en verse stukjes anannas. Alles werd in een plastic emmer gekieperd en na goed roeren met een soeplepel in glazen geschept. Het was heeeeeerlijk!

Daarna naar de vismarkt. Die lag naast een Nederlands fort en een katholieke kerk. Onderweg zag ik ook heel veel levensgrote heiligenbeelden. Er is hier een grote katholieke gemeenschap, evenals hindoes, boeddhisten en moslims. Het fort is nu een gevangenis en er stonden tientallen mensen voor het hek om naar binnen te mogen om hun familie of bekenden te mogen bezoeken.

De vismarkt was onmogelijk te missen door de enorme stank en het gekrijs van tientallen vogels. Vis is een van de belangrijkste voedselbronnen hier. Ik vond het afschuwelijk om al die dooie beesten te zien liggen. Je zag ook nergens ijs om te koelen. Ze sprenkelden er wel steeds water overheen. Ik ben er gauw weer weggegaan. De tuk tuk is hier een handig vervoermiddel. Ze brengen je overal en het kost bijna niks.

De munteenheid is roepie. 200 roepie is €1. Als je hier pint voel je je meteen miljonair;-)

Al met al weer een heerlijke dag in een totaal andere atmosfeer!

Weer een topdag!

Vanochtend wilde ik wel, maar mijn voetjes niet zo. Ik heb ze even streng moeten toespreken, maar ik moest ze ook wel een beetje tegemoet komen: sandalen was geen optie, dus moest ik wel mijn Jo met de banjo schoenen aandoen met mijn geitenwollen sokken en daardoor ook mijn spijkerbroek!!!!! Pfffffffff in die hitte!!!!!!!! Maar ja ik zag me zelf toch niet met een zomers jurkje lopen met die onderdanen!!!

Vandaag stond het mooiste winkelcentrum ter wereld op het programma. Ja, ja, wat een pretenties he? Maar ik moet zeggen dat het klopte! Ik heb natuurlijk lang niet alle winkelcentra ter wereld gezien, maar zo bijzonder als dit zullen er niet veel zijn. Het heet: Ibn Battuta shopping mall. Het ligt heel ver uit het centrum, vandaar dat het er zo rustig was, denk ik. Het is genoemd naar de beroemde ontdekkingsreiziger Ibn Battuta ( wie kent hem niet?) (op wikipedia staat veel over hem te lezen ) Het was de evenknie van Marco Polo. Hij heeft 25 jaar een groot gedeelte van de wereld over gereisd. Dit winkelcentrum is verdeeld in 6 sectoren, die ieder zijn gebouwd in de stijl van 6 landen waar onze Ibn is geweest: Perzië, Tunesië, Egypte, Andalusië, India en China. Echt ongelooflijk mooi gedaan. Je waant je echt in die landen, qua kleuren en architectuur! En er staan overal replica’s van uitvindingen uit de tijd van Ibn. (Hij is geboren in Tanger in 1305) Uitvindingen waar we in het westen honderden jaren later pas aan toe kwamen of waar we op voort hebben geborduurd. Echt onwaarschijnlijk mooi! Ook de verlichting was zooo mooi! Het was lastig foto’s maken, omdat de gevels van de winkels vol hi gen met verlichte reclameborden. Dat ontsierde het geheel helaas wel. Maar ja, het is natuurlijk een winkelcentrum met ruim 400 winkels. Van de winkels heb ik niet veel gezien, ik was alleen geïnteresseerd in de architectuur. En overal leuke cafeetjes en barretjes helemaal in stijl. Super!!! Het enige verschil met de echte plekken in de diverse landen was dat het er superschoon was. Dat is in bijv. India wel anders. De hele dag zie je mannen en vrouwen vegen, terwijl er werkelijk geen kruimeltje op de grond ligt. En het zijn allemaal buitenlanders. Ook in de hotels en in de horeca. Kennelijk verdienen ze hier toch beter dan in hun thuisland. En de mensen zijn ook allemaal zo vriendelijk en behulpzaam.

Na een paar uur ademloos te hebben rondgedwaald ging ik naar het Palmeneiland. Jullie weten wel dat kunstmatige eiland in de vorm van een palmboom. Dat wilde ik ook heel graag zien. Ik moest daarvoor een stukje met de bus en ik was inmiddels zo gewend aan al die onbemande voertuigen dat ik tijdens het instappen in de bus dacht:”Wat moet die man daar voorin???” Nou dat bleek gewoon de chauffeur te zijn, want zelfrijdende bussen zijn er (nog) niet.

De bus rijdt eigenlijk op een asfaltweg door de woestijn. Aan beide kanten ook weer enorm veel wolkenkrabbers, de een nog mooier dan de ander. En overal bouwkranen, want in 2020 wordt hier de wereld expo gehouden, dus er volop gewerkt. Ook zag ik nu de enorme hoogspanningsmasten. Omdat ze olie in overvloed hebben wordt elektriciteit opgewekt met olie. Maar ook prachtige bloemperken vol met petunia’s in rose, rood, paars en wit met daartussen schitterende palmbomen. Zo bizar. Ik kan me niet voorstellen dat die plantjes er van de zomer ook nog staan. Dan is het hier boven de 50 graden!

Vanuit de bus loop je zo naar de monorail, die over de stam van de palmboom loopt met als eindhalte een 7 sterren hotel: Atlantis. Een soort Efteling kasteel. Onbetaalbaar maar wel schitterend gelegen aan de zee. Omdat ik hier alles met mijn creditkaart betaal had ik mijn portemonnee in mijn koffer in het hotel gelaten. Maar..... het kaartje voor de monorail kon je alleen cash betalen. Ik wist dat ik nog wat dirhams had, dus ik grabbelde in mijn rugzak om mijn portemonnee te pakken, maar...... ik vond hem niet. Ik maar grabbelen en ik viel bijna flauw van de schrik dat ik mijn portemonnee kwijt was!!! Ineenschoot het me te binnen dat ik de dirhams in mijn broekzak had gestopt en dat mijn portemonnee in het hotel lag! Een kwartier later had ik nog hartkloppingen!! Het ritje met de monorail duurde ongeveer 10 minuten, maar helaas kon je de vorm van de palmbladeren niet echt zien. Dan moet je veel hoger zitten. Wel zag je aan beide kanten allemaal supermooie villa’s aan het water strandjes en allemaal zandkleurig met boogjes en trappetjes en zo. Heel smaakvol. In het begin, dus bij de stam zeg maar stonden allemaal pakhuizen van flats, die waren kennelijk voor Jan met de pet met piepkleine balkonnetjes. Het leken wel kanariekooitjes. Wie weet wat die mensen er evengoed voor moeten betalen.

Rondom dat Atlantis hotel was een enorm resort gebouwd et allerlei zwembaden, buitenbars enz. enz. Bij de ingang reden de meest extravagante bolides voor. De gasten stapten uit en hun auto’s werden door het personeel weggereden.

Vanavond had ik ook nog wat op het programma staan wat heeeel leuk moest zijn, maar dat heb ik maar niet meer gedaan. Ik heb lekker in het hotel gegeten en zit nu op mijn kamer te typen. Straks mijn koffertje inpakken, want morgen om 10.30 uur vlieg ik naar Colombo. Ik kom daar plaatselijke tijd 16.30 uur aan. Vandaar met de taxi naar de kust naar een airbieenbietje in Negombo. 2 dagen niks, alleen met de voetjes in de zee.

Ik had nooit kunnen denken dat Dubai zo mooi en interessant zou zijn. Ik had het niet graag willen missen!

Ik wil jullie bedanken voor de leuke berichtjes, die ik heb ontvangen. Dat vind ik erg leuk! Ik meld me over een paar dagen wel weer.

Lieve groeten!!!!!!

Het andere Dubai

Vandaag was alweer een topdag! Ik kan het bijna niet bevatten wat ik allemaal zie en meemaak! Gisteren was ik In een op en top toeristisch deel van Dubai. Fantastisch om gezien te hebben, maar vandaag ben ik op zoek gegaan naar het wat meer authentiekere deel van de stad en ik denk dat dat is gelukt. Ik heb weer de metro genomen naar de Creek. Dat is een eigenlijk een inham van de zee, die heel diep de stad in loopt. Hij was tamelijk ondiep, omdat er geen noodzaak was om hem dieper te maken. Aan beide kanten van de Creek liggen de oudste delen van de stad. De mensen moesten roeien om naar de overkant te gaan. Later kwamen daar de Abra’s bij. Platte schuiten met een motor. De bevolking leefde toen van visvangst en vooral van parels. Toen de Japanners gecultiveerde parels gingen produceren stortte die markt hier helemaal in. Toen er eenmaal olie werd gevonden werd dat de booming business. Men had heel veel werknemers nodig en die kwamen uit allerlei Arabische staten en uit Iran, Pakistan en India. Er waren vroeger natuurlijk geen shopping malls hier, dus er ontstond een levendige handel om aan de behoeftes van die nieuwe inwoners te voldoen: kruiden, stoffen, gouden sieraden om maar eens wat te noemen. Nu liggen er in de Creek heel veel schepen, die allerlei zaken verschepen naar de omringende landen. De spullen komen overal vandaan en worden afgeleverd in Dubai en vandaar gaan ze naar de omringende landen. Dat schijnt goedkoper te zijn voor de producenten dan ze zelf ter plekke af te leveren. Ik heb dus een paar uur langs die prachtige schepen geslenterd. Werkelijk van alles stond op de kade uitgestald! Iedereen was in voor een praatje (de meesten spraken Engels) het was enig!

Om 16.30 uur ben ik mee geweest met een “foodtour”. Dat was super! We waren met 6 mensen en Tanya, de gids. Ze komt uit India, maar woont al dertig jaar in Dubai. We liepen met haar door de Spice Souk. Ik waande me gewoon in Noord Afrika met al die zakken met kruiden, al die kleuren en geuren, echt geweldig! En elke keer stopten we om iets te eten. Ik heb geen idee wat het allemaal was, maar het was heeeeerlijk! We verlieten de Arabische Spice Souk en staken op een abra de Creek over en kwamen in een gedeelte met een totaal andere atmosfeer: nu waande ik me echt weer compleet in India. Al die winkels met schitterende stoffen, de gouden sieraden. Er is een heel grote Indiase gemeenschap hier. Natuurlijk kan een tempel dan niet ontbreken! In de buurt van de tempel was het een wirwar van steegjes waar allerlei offerschaaltjes werden verkocht voor de mensen, die naar de tempel gingen. Ook heel winkeltjes met bloemen, waar slingers van werden gemaakt. Het was zo’n kleurig geheel. Daar gingen we ook weer bij restaurantjes allerlei Indiase dingen proeven: zalig! Tanya was een geweldige gids. Zij wist zoveel te vertellen over het leven hier.

Daarna gingen we naar de Iraanse wijk. En natuurlijk ook weer proeven! Ik ben niet zo’n grote eter, dus het meeste moest ik daar aan mij voorbij laten gaan. Maar ook hier zag alles er weer fantastisch uit. En ik waande me echt weer in wat toen nog Perzië heette.

Het was een amazing tour! Daarna weer met de metro naar mijn hotel. Het blijft ongemakkelijk om zo’n apart rijtuig voor vrouwen te zien. Als mannen zich erin vertonen riskeren ze een flinke boete. Ik was vanochtend bij een Islamitische bank en daar was ook een aparte ingang voor vrouwen. Ik krijg er de kriebels van! Natuurlijk ging ik niet in dat vrouwenrijtuig, maar gewoon tussen de boys. Met mij nog veel meer vrouwen hoor. Wat leuk was om mee te maken was het feit dat men nog voor oudjes opstaat!!! Het was natuurlijk wel even slikken toen mij dat gebeurde, omdat ik mezelf nog steeds 38 voel, maar de buitenwereld dat kennelijk anders ziet!!!! Maar aan de andere kant is het toch ook wel weer heel galant van zowel de mannen als de vrouwen, die nog opstaan voor een ander. Het is jaren geleden dat ik dat heb meegemaakt! En het kwam me eerlijk gezegd ook wel goed uit. Ik heb gisteren en vandaag zoveel gelopen dat ik blaren heb onder mijn voeten!!!! Ik heb mijn wandelschoenen niet bij me en op die sandalen heb ik dus blaren gekregen. Ik zit nu op mijn bed met de voetjes omhoog. Want morgen moeten ze het weer doen voor de laatste dag in Dubai!




Ogen en oren tekort!

Lieve allemaal,

Ik ben net een dag op reis en ik zou nu al een boek kunnen schrijven over mijn belevenissen. (Geen paniek, dat ga ik niet doen ;-)

Ik vertrok dus vrijdagochtend om 08.30 uur met de bus van Benidorm naar de luchthaven van Madrid. Een rustige rit met een aantal stops. Ik kwam om 14.30 uur aan. Ik moest toen wachten op mijn vlucht, die om 21.40 uur zou vertrekken. Dus al met al wel een beetje mijl of zeven, maar ja, het was de goedkoopste oplossing en de voornaamste was, dat ik dan geen dikke winterjas mee hoefde te sjouwen de hele reis. Want normaal vertrek ik altijd uit Nederland.

Ik vloog met zo’n grote Airbus van Emiretes. Het is voor mij altijd weer even slikken als ik daar binnen kom: wat een mensen: 10 op een rij!!!!! Ik zat op rij 74 en er waren nog 4 rijen achter mij + een bovenverdieping, dus tel maar na hoeveel passagiers zo’n ding kan vervoeren. Ik telde 20 man bemanning. Maar goed, we hebben we het weer gered. De hele reis was in het donker, dus ik heb onderweg niets gezien, alleen bij aankomst even. Het is hier drie uur later dan in Nederland. Ik heb helaas geen oog dicht gedaan, want achter mij was een kindje, wat het niet zo naar zijn zin had en die praktisch de hele nacht bleef krijsen. Heel vervelend natuurlijk, maar oh ik moest eigenlijk alleen maar aan die ouders denken, hoe opgelaten die zich moesten voelen!

Om 07.15 landden we op Dubai Airport. We landden op Terminal 3, speciaal voor alle Emiretes toestellen. Er stonden er tientallen op een rij! Een prachtig gezicht zo midden in de woestijn. Met een onbemand treintje moesten we naar Terminal 1 om de bagage op te halen en tja, dan pas besef je dat je in een heeeeeel groot vliegtuig hebt gezeten: het duurde eindeloos voordat mijn koffertje op de bagageband rolde. Het is wel zo dat Dubai ook een echt overstap station is, dus hoefde gelukkig niet iedereen zijn koffer op te halen. De mensen, die naast mij zaten moesten bijvoorbeeld nog helemaal door naar Kaapstad!

Daarna met de metro (ook onbemand) naar mijn hotel, wat op twee minuten lopen van het station af ligt en maar drie haltes. ( daar had ik het natuurlijk ook op uitgezocht) . Onderweg naar het hotel kreeg is dus pas een eerste indruk van Dubai: een soort Zuidas 2.0! Ongelooflijk wat een wolkenkrabbers! En kennelijk nog niet genoeg, want overal stonden enorme hijskranen!

Ik kon gelukkig meteen op mijn kamer, waar ik mijn meteen mijn bed inrolde. Ik was total loss. Het is een prachtige kamer, heel rustig gelegen, met een heeeerlijke badkamer en zaaaaalig bed! Ik ben als een blok in slaap gevallen! Ik had de wekker gezet, want meteen al zou ik op deze dag een van de hoogtepunten (!) van mijn reis gaan bezoeken: de Burj Khalifa, de hoogste toren van de wereld! Waarover straks meer.

Ik ging dus weer met de metro naar de Dubai Mall, het grootste winkelcentrum ter wereld. Het ligt naast de Burj Khalifa en daar moest ik mijn ticket ophalen, wat ik al via internet had besteld.

Er zijn hier twee metrolijnen en alles gaat met onbemande rijtuigen. Er is altijd een rijtuig speciaal voor vrouwen en kinderen. Langs het hele perron is een glazen wand geplaatst met uitsparingen voor de deuren van de metro. Alles is airconditioned en ziet er supermooi en schoon uit. De stations worden in het Arabisch en Engels omgeroepen en ook op de borden staat alles in beide talen vermeld. Een dagkaart kost 20 dirham €5,00. Voor de snelle rekenaars: 1 dirham komt overeen met €0,25.

Nou bij dat winkelcentrum geloof je je ogen niet zooooooo mooi! 4 verdiepingen met 1200! winkels, de een nog mooier dan de ander, een enorme ijsbaan, waar druk geschaatst werd ook door gesluierde vrouwen, een enorm aquarium compleet met pijlstaartroggen, haaien en ga zo maar door. Een enorm foodcourt met voedsel uit de hele wereld (behalve zuurkool en erwtensoep ;-) Ik houd helemaal niet van winkelen, maar dit was zo overweldigend mooi. Werkelijk alle typen mensen lopen hier rond: van zwaargesluierde vrouwen tot meiden “in hun blote kont” Wat betreft de mannen: verreweg de meesten toch wel westers gekleed. De stereoptype dracht met van die witte gewaden en die doeken waren hier in de minderheid. Dat komt natuurlijk ook omdat hier ontzettend veel toeristen rondlopen en niet te vergeten heel veel buitenlanders, vooral mensen uit India en Pakisten , die hier werken.

Om 17.00 uur was het dan zover: ik mocht de Burj Khalifa bezoeken. Ik had VIP ticket, waarmee je toegang kreeg tot de hoogste verdieping voor bezoekers. Verdieping 124 en 125 worden het meest bezocht en zijn ook veel goedkoper ( zo’n €35) Verdieping 148 kost €126. Daar mogen maar 50 mensen per keer op, vandaar dat je dat ver van tevoren moet boeken, anders is het uitverkocht. We gingen eerst met de lift naar 124. Dat duurt ongeveer 1 minuut. Je merkt er niks van, alleen mijn oren gingen een beetje knappen. Daarna moet je met een trap naar 125 en vandaar gaat er een lift naar 148. Het uitzicht daar is overweldigend. Het is net of je in een vliegtuig zit. De wolkenkrabbers, die ik vanuit de metro had gezien leken wel speelgoedgebouwtjes! Je kon hier ook prachtig de ligging van Dubai zien echt midden in de woestijn grenzend aan de zee. En ook de bouwwoede was duidelijk zichtbaar. Steeds meer stukken van de woestijn werden bebouwd. Ik had speciaal een ticket om 17.00 uur besteld, omdat ik graag de zonsondergang wilde meemaken daarboven. Het was echt magisch! Je zag steeds meer verlichting aangaan beneden en de wolken kleurden van prachtig zacht rose tot dieprood! Echt onvergetelijk!

Het is echt ongelooflijk dat mensen zoiets hebben kunnen bouwen. In totaal zijn er 160 verdiepingen. De bovenste is een moskee. Verder zit er een Armani hotel in, kantoren en privé appartamenten. Er is 6 jaar onafgebroken aan gewerkt dus dag en nacht met duizenden werknemers en alle know how ter wereld is er aan te pas gekomen. Technische details ga ik hier niet allemaal vermelden. Je kunt alles vinden op Google en You Tube. Je kunt ook geen foto maken, omdat je de hele toren er gewoon niet op krijgt!

Weer beneden even heerlijk Indiaas gegeten in het Foodcourt en toen naar het volgende hoogtepunt: de Dubai Fountain, het grootste waterorgel ter wereld. Ruim 200 meter lang. Heerlijk om in de zwoele avond te genieten van die fonteinen, die prachtig op de muziek bewegen. De hoogste fonteinen spuiten 150 meter hoog. De fontein ligt in een kunstmatige kreek aan de voet van de Burj Khalifa. De hele kreek is omzoomd met wolkenkrabbers, waar door het een intieme sfeer krijgt en die gebouwen zijn allemaal zo mooi verlicht. Het is natuurlijk een heel kunstmatig geheel maar zo prachtig gedaan. Ik ontmoette daar Mohammed, een man uit Pakistan, die in Dubai werkt, omdat hij in Pakistan niet genoeg kon verdienen voor zijn gezin. Hij heeft me heel veel verteld over het leven op zo’n plek. Het is een keiharde maatschappij waarbij werknemers behoorlijk worden uitgebuit. Hij heeft zijn paspoort aan zijn werkgever moeten afgeven, zodat hij niet zo maar kan vertrekken. De regels zijn hier erg streng, daarom is er weinig criminaliteit. Ook zijn er geen alcohol en drugs, waardoor er geen vernielingen zijn en er geen politieagenten en ambulancepersoneel in elkaar worden geslagen zoals in Nederland. Verkeersboetes zijn ook erg hoog. Mohammed woont in dezelfde straat als waar mijn hotel is. Hij woont op 1 kamer met drie anderen. Jaar in jaar uit. Hij bood aan om mij naar het hotel te brengen. Onderweg heeft hij mij nog heel veel laten zien en veel verteld over zijn leven in Dubai. Uitgeput rolde ik in mijn bed. Wat een fantastische dag!